Programmeren hoeft helemaal niet op de computer. Het kan ook heel goed op papier, om mooie figuurtjes te maken bijvoorbeeld.
De leerlingen maken blokfiguurtjes met een paar simpele instructies. Daarna maken ze ook zelf een programma voor zo’n blokfiguurtje. Is het programma correct?
- Voorbereiding: 10 minuten
- Uitvoer: 15 minuten
- Klas: 1 t/m 6
Voorbereiding
Zorg dat elke leerling een werkblad en een leegblaadje kan krijgen.
Zet de Powerpoint-presentatie klaar.
In de les
Iedere leerling krijgt eerst een werkblad en een leeg blaadje.
“Vandaag gaan jullie programmeren zonder computer. De programma’s die jullie maken hebben als resultaat eenvoudige figuurtjes zoals een hartje.”
“Het programma beschrijft dus hoe het lege raster van vijf bij vijf hokjes moet worden ingevuld. Je kunt de volgende commando’s gebruiken.”
Neem kort de commando’s door. Daarna kun je een simpel voorbeeld laten zien. “Wat denken jullie dat het volgende programma als resultaat heeft? Je begint linksboven.”
Als helder is hoe het programmeren werkt kun je de eerst opdracht geven. “Jullie krijgen drie minuten om ieder voor zich één van de drie figuren op het scherm te programmeren met de commando’s. Als je eerder klaar bent doe je er nog eentje.”
Terwijl de leerlingen aan het programmeren zijn kun je even rondlopen om te kijken of ze het goed doen.
Na vier minuten zeg je: “Dan komt nu de tweede opdracht. Je gaat nu zelf een figuurtje tekenen, en daarna het programma maken dat er bij hoort. Zorg dat de anderen jouw figuurtje niet zien. Dan wissel je de programma’s met elkaar uit. Met hulp van het programma van de ander teken je het figuurtje. Als het programma goed is en je hebt het programma goed uitgevoerd, dan moet er weer hetzelfde figuurtje staan.”
“Jullie krijgen negen minuten hiervoor. Als je eerder klaar bent mag je de figuur op je werkblad proberen te programmeren. Succes!”
Terwijl de leerlingen bezig zijn loop je rond om te kijken hoe ze het doen.
Als de tijd verstreken is bespreek je even hoe dat ging. Is het gelukt om dezelfde figuurtjes te tekenen met het programma? Of ging het mis? En waarom dan?
De leerlingen zullen wel hebben gemerkt dat het heel precies werk is. Kan dat niet handiger? Dat kan met functies. De volgende dia bevat een paar voorbeelden van mogelijke functies. Kunnen de leerlingen raden wat elke functie doet?
Bij programmeren op de computer gebruiken we ook functies. Dat is handig want dan kun sneller werken en het programma wordt overzichtelijker.
Materialen
Powerpoint-presentatie met de instructie en algoritmes.
Papier programmeren – werkblad
Achtergrond bij deze werkvorm
–
Relatie met het nieuwe examenprogramma informatica
- Subdomein B1: Algoritmen (Grondslagen)
- Subdomein D1: Ontwikkelen (Programmeren)
Zie: http://www.slo.nl/organisatie/recentepublicaties/adviesinformatica/
Relatie met Digitale Geletterdheid
Computational Thinking – Algoritmes en procedures
Bronnen en licentie
Deze werkvorm is gebaseerd op materiaal van code.org:
https://studio.code.org/s/20-hour/stage/4/puzzle/1
Dit werk valt onder een Creative Commons Naamsvermelding-NietCommercieel-GelijkDelen 4.0 Internationaal-licentie.