Tellen met kaarten

Waarom zou je alles zelf verzinnen als anderen  de oplossing al voor je hebben uitgedacht?

Leerlingen leren enkele standaard algoritmes kennen, zoals het berekenen van het gemiddelde, minimum of maximum van een reeks elementen. Ze doen dat aan de hand van een set kaarten. De ene leerling is de uitvoerder, de andere leerling het geheugen. Daardoor wordt de rol van de variabelen in de verschillende algoritmes expliciet gemaakt.

  • Voorbereiding: 10 minuten
  • Uitvoer: 30 minuten
  • Klas: 1 t/m 6

Voorbereiding

Zet de Powerpoint-presentatie klaar en zorg voor setjes kaarten. Ga uit van ongeveer 5 kaarten per tweetal leerlingen, alleen kaarten met waarden 2 t/m 10 (geen boer, vrouw, heer, aas). Print voor elk tweetal het werkblad uit.

In de les

“Voor deze oefening werken jullie in tweetallen. Jullie krijgen allemaal een setje kaarten en daarmee gaan jullie enkele algoritmes uitvoeren. Verdeel de rollen: één leerling is de uitvoerder, de ander is het geheugen.”

De uitvoerder en het geheugen hebben ieder hun eigen taken:

Zorg dat elk tweetal ongeveer 5 kaarten en het werkblad krijgt.

In de Powerpoint-presentatie staan vier algoritmes beschreven. Je kunt het eerste algoritme gebruiken om het voor te doen.

Jij als docent bent dan de uitvoerder en vraagt één van de leerlingen om het geheugen te zijn. Bij de eerste stap (onthoud: totaal = 0) vraag je de leerling om het getal 0 te onthouden met als naam: totaal. De leerling schrijft dit op een briefje. Later bij ‘onthoud: totaal = totaal + 1’ streept de leerling de oude waarde door en schrijft het nieuwe getal op. Zo doorloop je het hele algoritme. Maak duidelijk dat je als uitvoerder geen getallen mag onthouden, hooguit onthou je het tussen twee stappen in.

Als de leerlingen de opzet begrijpen kun je nog even de vragen bespreken. Het gaat erom dat leerlingen de variabelen leren herkennen en dat ze kunnen benoemen wat het resultaat is van het algoritme.

Daarna kun je de leerlingen algoritme 2 laten uitvoeren.

In het derde algoritme is de communicatie tussen uitvoerder en geheugen niet meer expliciet benoemd:

Vervolgens kun je een stapje verder gaan en de leerlingen vragen zelf een algoritme te maken dat het minimum uitrekent te maken. Dit algoritme lijkt natuurlijk veel op het derde algoritme voor het berekenen van het maximum. Als je denkt dat de leerlingen het aankunnen laat je dit voorbeeld echter niet meer zien en moeten ze proberen het zelf te reconstrueren.

Een mogelijke oplossing staat hieronder. Daarbij wordt nog niet goed rekening gehouden met de situatie dat er geen kaarten in de stapel zitten. In de Powerpoint-presentatie vind je ook een verbeterde versie.

Tot slot is er nog een vierde algoritme:

Bespreek ook hier weer de vragen:

Bespreek tot slot wat het doel was van deze oefening.

Materialen

Powerpoint-presentatie met de instructie en toelichting.

Tellen met kaarten – werkblad

Achtergrond bij deze werkvorm

De werkvorm laat leerlingen kennismaken met enkele standaard algoritmen. Ze leren werken met stroomdiagrammen.

Relatie met het nieuwe examenprogramma informatica

  • Subdomein: Subdomein B1: Algoritmen (Grondslagen)

Zie: http://www.slo.nl/organisatie/recentepublicaties/adviesinformatica/

Relatie met Digitale Geletterdheid

Computational Thinking – Algoritmes en procedures

Zie: https://www.kennisnet.nl/publicaties/werken-aan-digitale-geletterdheid-van-visie-naar-praktijk/#c1036

Licentie

Creative Commons-Licentie
Dit werk valt onder een Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationaal-licentie.