Fouten opsporen

Al die gegevens die door computers worden verwerkt, gaat daar nooit wat mis? Een nulletje kan zomaar maar een eentje worden. Maar gelukkig zijn er manier om dat soort fouten op te sporen.

De leerlingen krijgen een korte uitleg over de getallen achter streepjescodes. Die bestaan uit 13 getallen, waarvan de laatste een controlegetal. In een wedstrijdje moeten ze van vijf streepjescodes bepalen welk getal ontbreekt. Wie is er het snelste?

  • Voorbereiding: 10 minuten
  • Uitvoer: 15 minuten
  • Klas: 4 t/m 6

Voorbereiding

Zet de Powerpoint-presentatie klaar.

In de les

Vraag de leerlingen waar streepjescodes voor worden gebruikt. De meeste artikelen in de supermarkt en andere winkels hebben een streepjescode. Die wordt gescand bij de kassa en daarbij omgezet naar een 13-cijferige code. Dat getal staat ook onder de streepjescode. Hoe de streepjescode wordt omgezet naar dat getal gaan we nu niet op in.

Maar gaat dit nooit eens mis? Wat als een streepjescode niet helemaal goed wordt gelezen, gaat het dan nog goed. Dan koop je een blikje cola met een kras op de streepjescode en dan denkt de kassa dat het om een dure fles shampoo met anti-klit gaat.

Vervolgens kun je aan de hand van de Powerpoint-presentatie uitleggen hoe de kassa kan controleren of het getal wel correct is gelezen. Een streepjescode bevat een 13-cijferige code waarvan de laatste een controlecijfer is. Fouten kunnen op die manier worden gedetecteerd.

Daarna laat je zien met welk algoritme dat algoritme wordt berekend.

Als de leerlingen geen vragen meer hebben over dit algoritme begint de wedstrijd. “Jullie werken in tweetallen. Ik laat vijf EAN-13-codes zien. Maar er ontbreekt steeds één getal, daar staat dan een vraag teken. Aan jullie de taak om het ontbrekende getal te bereken. Je mag daarvoor geen rekenmachine gebruiken, wel pen en papier. Het team dat de meeste getallen weet te vinden wint.”

Als de tweetallen zijn gevormd geef je de teams precies één minuut om na te denken over de taakverdeling. Het is namelijk handig om niet alles samen uit te rekenen, dat kost relatief veel tijd.

Na één minuut begint de wedstrijd. “Jullie krijgen precies 5 minuten. Daarna stoppen we. Dan laat je de opgaven zien.

Het is nog niet makkelijk om te achterhalen wat de juiste code is, zeker bij opgaven c t/m e. Het vergt een beetje puzzelen.

Na precies vijf minuten leg je de wedstrijd stil. Dan kun je de antwoorden doornemen. Het is interessant om na te gaan hoe de leerlingen de opgaven hebben aangepakt. Hoe zijn ze tot een oplossing gekomen? Hoe hebben ze de taken verdeeld.

De groep met de meeste codes goed wint natuurlijk de eeuwige roem.

Tot slot ga je in op waar dit nou over gaat. Het gaat om foutcorrectie, waarbij extra gegevens worden toegevoegd waarmee kan worden gecontroleerd of de informatie niet is gewijzigd. Aan de hand van een algoritme kun je nagaan of er een fout in de gegevens zit. Dat soort foutcorrectie is belangrijk, want er kunnen makkelijk foutjes ontstaan in de gegevens.

Materialen

Powerpoint-presentatie met de instructie en opgaven.

Achtergrond bij de werkvorm

Voor wat meer achtergrond over het algoritme hierachter, zie: https://nl.wikipedia.org/wiki/Europese_artikelnummering.

Relatie met het nieuwe examenprogramma informatica

  • Subdomein C3: Representeren

Zie: http://www.slo.nl/organisatie/recentepublicaties/adviesinformatica/

Relatie met Digitale Geletterdheid

ICT-(basis)vaardigheden – Infrastructuur technologie

Computational Thinking – Algoritmes en procedures

Zie: https://www.kennisnet.nl/publicaties/werken-aan-digitale-geletterdheid-van-visie-naar-praktijk/#c1036

Licentie

Creative Commons-Licentie
Dit werk valt onder een Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationaal-licentie.